Delft – Een melding van een vuurwapen op het dashboord van een personenauto leidde woensdag 1 mei tot een uitpraatprocedure van de politie. Uiteindelijk bleek het te gaan om een nep-vuurwapen.
De politie kreeg om 17.00 uur een melding dat in een op de Rijksweg A13 rijdende personenauto een vuurwapen lag. Politieagenten wisten het betrokken voertuig te lokaliseren en hielden de bestuurder op het Stadhoudersplein in Rotterdam staande. Hierop volgde een ‘autoprocedure’, waarbij de inzittenden ‘gecontroleerd’ door de politie uit het voertuig werden gehaald. In de auto werd een vuurwapen aangetroffen. Dit bleek echter een nep-vuurwapen te zijn, waarvan de eigenaar verklaarde dit in het buitenland te hebben gekocht voor één van de kinderen. De politie nam het wapen, dat nauwelijks van een echt wapen te onderscheiden was, in beslag. De twee inzittenden, een 29-jarige en een 30-jarige verdachte kregen een geldboete van 300 euro.
Nepvuurwapens
Veel speelgoedwapens die in het buitenland te koop zijn, lijken zoveel op echte vuurwapens, dat ze om die reden in ons land verboden zijn. In de ons omringende landen en ook in de landen rond de Middellandse Zee zijn deze nepvuurwapens gemakkelijk verkrijgbaar. In Nederland is het bezit van deze ‘look-a-likes’ echter verboden. Wie toch zo’n wapen aanschaft loopt het risico op een forse boete en bij een treffen met de politie op een behandeling als van een gewapende crimineel.