Het Belgische onderzoek werd opgestart in september 2017 nadat in Mechelen en op veel andere plekken in België auto-inbraken werden gepleegd. Het ging in totaal om bijna dertig inbraken in voertuigen van het merk Mercedes. De inbrekers hadden het vooral voorzien op airbags en navigatiesystemen. In het onderzoek van de Belgische politie kwam al gauw een groepering uit ’s-Hertogenbosch in het vizier. Daarop werd een nauwe samenwerking tussen de Bossche politie en de Belgen op touw gezet.
Inbraken voorkomen
Over en weer werd informatie uitgewisseld over de verdachten en over de gepleegde feiten. Hoewel de groepering voornamelijk in België te werk ging, werden vermoedelijk ook in Nederland strafbare feiten gepleegd. Het ging onder meer om twee auto-inbraken in Valkenswaard en Maasbracht en om inbraken in twee cafés in ’s-Hertogenbosch. Met dank aan de samenwerking werden ook feiten voorkomen. Zo gaven de Belgen informatie aan de Bossche politie door over twee op handen zijnde inbraken in ’s-Hertogenbosch. De politie wist die inbraken te voorkomen door zichtbaar aanwezig te zijn.
Arrestaties
De afgelopen weken werden voorbereidingen getroffen voor de actiedag van dinsdagochtend. Rond 6.00 uur werden de leden van de groep ingerekend. Op 6 december 2016 was er ook al een actiedag in een Nederlands/Belgisch onderzoek naar auto-inbraken. Die dag werden acht arrestaties verricht. Het ging toen om andere verdachten.
“Dit smaakt naar meer”
Het aanpakken van rondtrekkende criminele groepen is ook onder de aandacht van de politie. Politiechef Frans Heeres is landelijk portefeuillehouder High Impact Crime. Hij roemde eerder al de samenwerking tussen de Nederlandse en Belgische politie in dit soort onderzoeken: “Dit soort acties laat zien dat ook grensoverstijgende criminaliteit wordt aangepakt. Deze vorm van samenwerking smaakt naar meer.”
De aangehouden verdachten zitten vast en worden verhoord. Nieuwe aanhoudingen worden niet uitgesloten.