Met DNA van nabestaanden op zoek naar identiteit ‘zeeslachtoffers’

3 min


Scheveningen – Nabestaanden van mensen die op zee vermist geraakt zijn, kunnen aan rechercheurs van het Coldcase Team van de politie-eenheid Den Haag hun DNA afstaan. Het team laat hun DNA-profielen door het Nederlands Forensisch Instituut vergelijken met DNA-profielen van langs de Noordzeekust aangespoelde lichamen.

Tijdens een informatieavond voor nabestaanden in Muzee Scheveningen vertellen rechercheurs van het Coldcase Team – voluit de Voorziening Coldcase en Vermiste Personen – over dit project Zeeslachtoffers. Na afloop kunnen nabestaanden direct hun wangslijmvlies af laten nemen zodat hier DNA-profielen uit vervaardigd kunnen worden.

Monumenten

Voor hen die op zee het leven lieten, zijn binnen het werkgebied van de politie-eenheid Den Haag in de vissersplaatsen Scheveningen en Katwijk monumenten opgericht om hen te herdenken. “De zee geeft, de zee neemt”, zo luidt een eeuwenoud gezegde. De zee bracht via de visserij brood op de plank, maar kostte ook vele vissers het leven.

Nomen Nescio

Sinds een wijziging van de Wet op de lijkbezorging in 2010 wordt inmiddels standaard DNA-materiaal afgenomen van aangetroffen stoffelijke overschotten van wie de identiteit onbekend is. Dit zijn de zogenoemde Nomen Nescio’s (naam onbekend). Inmiddels is ook van vrijwel alle sinds 1920 aangespoelde Nomen Nescio’s DNA afgenomen en opgenomen in de DNA-databank voor Vermiste Personen. Voor de afname van het materiaal moesten een aantal ongeïdentificeerde stoffelijk overschotten opgegraven – geëxhumeerd – worden. Binnen de politie-eenheid Den Haag is sinds begin 2013 de Voorziening Coldcase en Vermiste Personen actief. In samenwerking met het Landelijk Bureau Vermiste Personen (LBVP) is het team het project Zeeslachtoffers gestart.

Eerstegraads nabestaanden

In het project Zeeslachtoffers worden nabestaanden van vermiste personen opgeroepen om DNA af te staan om tot een mogelijke identificatie van ooit elders aangespoelde Nomen Nescio’s te komen. Met DNA van eerstegraads familieleden (ouders, broers/zussen of kinderen) is de kans op identificatie het grootst. De profielen van eerstegraadsfamilieleden worden hiervoor vergeleken met de DNA-profielen van de NN’ers. Het is veel moeilijker om verwantschap aan te tonen op basis van DNA-profielen van nabestaanden die verder van de vermiste persoon af staan. Echter, met de moderne technieken van het NFI is het wel nog mogelijk om verwantschap in de mannelijke lijn aan te tonen. Hierdoor kunnen de DNA-profielen van ooms en (achter)neven ook bruikbaar zijn. Garantie tot succes kan het Coldcase Team echter niet geven. Het project richt zich naast op vissers ook op andere slachtoffers die niet van de Noordzee of aangrenzend water teruggekomen zijn.

Kosteloos, eenvoudig en snel

Om DNA af te nemen haalt een medewerker van de politie een paar keer een borsteltje langs de binnenkant van de wangen. Dit doet geen pijn. DNA afstaan is kosteloos, wel is legitimatie verplicht. Het afgenomen DNA-materiaal wordt alleen vergeleken met de DNA-profielen uit de Nederlandse DNA-databank Vermiste Personen, dus niet met profielen uit de DNA-databank van strafzaken.

Resultaat

Het Coldcase Team verwacht de eerste resultaten van het NFI in het voorjaar. Nabestaanden wier DNA-profiel geen match heeft opgeleverd, krijgen hierover een brief van de politie. Nabestaanden van wie het DNA-profiel wel een match heeft opgeleverd, worden persoonlijk door de politie op de hoogte gesteld.

Informatieavond

Op dinsdag 20 januari vindt om 19.00 uur voor nabestaanden een voorlichtingsbijeenkomst plaats in het Muzee Scheveningen aan de Neptunusstraat 90-92. Het museum is vanaf 18.30 uur open. Politieteamchef Ronald van den Broek opent de avond; teamchef Marjan Luis en wijkagenten van Scheveningen zijn ook aanwezig. Direct na de voorlichting kunnen nabestaanden wangslijmvlies af laten nemen. Ze kunnen zich tijdens deze avond ook aanmelden om op een latere datum DNA af te laten nemen. Eind 2014 heeft in het Katwijks Museum een vergelijkbare bijeenkomst plaatsgevonden, bedoeld voor met name Katwijkse nabestaanden.

Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst is ondermeer personeel aanwezig van de Voorziening Coldcase en Vermiste Personen (waaronder forensische experts), het Landelijk Bureau Vermiste Personen, het Nederlands Forensisch Instituut, Slachtofferhulp Nederland, Vereniging Achterblijvers na Vermissing.

Meer informatie

Mensen met vragen over dit project kunnen mailen naar coldcase@haaglanden.politie.nl . Mensen die aan het project willen deelnemen maar de avond niet kunnen bijwonen, kunnen zich ook op dit adres aanmelden.

Op zee gebleven: Teunis van der Toorn

Toen de ‘SCH 460’ in een zware storm voor de kust van Goeree verging, op 30 september 1911, sloeg dit een gat in de familie Van der Toorn. Berts opa, Teunis (42), was een van de slachtoffers, samen met zijn zoontje Albert (11). Opa’s broer Cornelis en diens zoon Albert kwamen ook om. Van de twaalf opvarenden werd slechts één lichaam later opgevist; hij werd herkend aan de initialen op zijn broekriem. De overige bemanningsleden zijn nooit teruggevonden.

Bert van der Toorns vader was vijf jaar toen hij zijn vader, broertje, oom en neef verloor. Toen Bert opgroeide, sprak zijn vader zelden over deze familietragedie, zoals dat in die tijd ging. Het onderwerp ‘gebleven op zee’ werd doodgezwegen. Bert: “Als de dominee voorbij ging en je familie was op zee, wachtte je met kloppend hart af; belde hij bij ons aan of ging hij een deur verder?” Want de dominee verkondigde het slechte nieuws als vissers niet van zee terugkeerden.

In de jaren zeventig liet zijn vader een paar dingen los zoals de naam van de schipper en dat de logger vanuit Maasluis was vertrokken. “Vanuit archieven heb ik de bemanning kunnen reconstrueren”, vertelt Bert. “Vandaaruit ging ik me interesseren voor al die vissers die op zee zijn gebleven. Bij de 105 scheepsincidenten tussen 1920 en 1981 zijn er 234 vissers op zee gebleven. Daarvan zijn er ongeveer 160 vermist.” Na 1981 zijn er geen mensen meer vermist geraakt.

Rouwverwerking is moeilijk als er geen graf is. “Gelukkig hebben we sinds mei 2013 het Vissersnamenmonument in Scheveningen. Nabestaanden raken met hun vingers de letters van de naam van hun geliefde aan en vinden hierin troost.” Bert noemt het DNA-project een goede zaak. “Al komen er maar een paar matches uit, dan is dat het zeker waard.”