Geweldsincidenten worden altijd getoetst

3 min


Den Haag – De afgelopen dagen is het optreden van politieagenten in de stad Den Haag in de media ter discussie komen te staan. Er zou sprake zijn van buitensporig en excessief geweld. Daarom zijn de cijfers en casussen van het afgelopen jaar bekeken. Het gebruik van geweld is nu eenmaal onlosmakelijk onderdeel van het politievak. Niet voor niets beschikt de politie over het geweldsmonopolie. Gebruik van geweld moet echter altijd proportioneel zijn en wordt achteraf altijd getoetst.

In 2012 was in de stad Den Haag sprake van 663 incidenten waarbij de politie geweld heeft toegepast. Dat loopt uiteen van (een lichte vorm van) fysiek geweld, bijvoorbeeld bij het aanhouden van een tegenstribbelende verdachte, tot het gebruik van pepperspray en als één van de zwaarste middelen het inzetten van een politiehond. 

In 19 gevallen (2,9%) is geoordeeld dat het geweld op een niet-correcte wijze is toegepast. Dat betekent niet dat in deze gevallen geen geweld mocht worden gebruikt; in verreweg de meeste gevallen gaat het om te zwaar gebruik van geweld. In alle andere gevallen (97,1%) is geoordeeld dat het geweld op een juiste wijze is toegepast. De cijfers worden jaarlijks gerapporteerd. De cijfers over 2013 zijn daarom nog niet beschikbaar, onder meer omdat enkele incidenten nog worden onderzocht.

In 2012 kregen politieagenten zelf ook te maken met geweld. In 864 gevallen deden agenten in Den Haag aangifte van fysiek geweld. Hiervoor is een speciaal geweldsloket dat agenten onder andere juridisch bijstaat.

Geweldsmonopolie

Het geweldsmonopolie ligt bij de politie. Dat brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. De politie moet in sommige gevallen geweld gebruiken. Over de inzet van geweld wordt niet licht gedacht. Wanneer een agent zich genoodzaakt voelt om geweld te gebruiken, wordt hiervan áltijd achteraf een rapportage opgesteld. Dit is verplicht. Deze rapportage wordt vervolgens altijd getoetst. In de rapportage worden de feiten en omstandigheden via een vaste werkwijze vastgelegd, om het proces rond toetsing zo objectief mogelijk te maken. Leidinggevenden beoordelen of het geweld aan het beginsel van proportionaliteit en subsidiariteit voldoet.

Voorbeelden

Een recent veelbesproken voorbeeld is dat van een 39-jarige man die aangifte deed tegen agenten, van een mishandeling waarbij hij zijn hand brak. Deze zaak is destijds tot in detail uitgezocht. Het Openbaar Ministerie heeft geen vervolging ingesteld, omdat voor de stelling dat de man zijn hand zou hebben gebroken door politieoptreden geen bewijs gevonden is. 

Een voorbeeld waarbij is geoordeeld dat het gebruik van geweld niet correct is uitgevoerd, hoewel het gebruik van geweld wel gerechtvaardigd was, betreft een incident van 21 september jongstleden. Bij dit incident hielden agenten twee Hagenaars (19 en 20 jaar) aan in het Huijgenspark in Den Haag vanwege het veroorzaken van overlast. De 20-jarige Hagenaar verzette zich tegen zijn aanhouding waardoor agenten genoodzaakt waren geweld te gebruiken. Bij toetsing van dat toegepaste geweld is geoordeeld dat een mindere mate van geweld had moeten worden toegepast. Met de betrokken agenten is de casus doorgesproken teneinde hieruit lering te trekken. Tijdens de beroepsvaardigheidtraining zal hierop teruggekomen worden. Betrokkene is over dit oordeel geïnformeerd en gewezen op de klachtenprocedure. Er is evenwel nog geen formele klacht ingediend. Vooralsnog is er ook geen aangifte gedaan. 

Wanneer sprake is van onrechtmatige geweldstoepassing kunnen verschillende maatregelen genomen worden. Indien er sprake is van excessief geweldsgebruik, kan dat tot een disciplinaire maatregel leiden. Ook kan bijvoorbeeld het volgen een extra training verplicht worden gesteld.

Klachtenprocedure

Aan alle wijkbureaus van de eenheid Den Haag is een klachtenbehandelaar aangesteld. Doel is bemiddelen tussen klager en beklaagden. De behandeling in eerste aanleg leidt tot een inhoudelijke zienswijze van de bureau-/wijkteamchef, die schriftelijk aan de klager kenbaar wordt gemaakt. Wanneer de bemiddeling niet slaagt of wanneer de klager zich niet kan vinden in de conclusie(s) van de bureau-/wijkteamchef, kan verzocht worden om een oordeel van de politiechef van de Eenheid Den Haag. De politiechef zal, na het verkrijgen van advies van de onafhankelijke klachtencommissie, zijn oordeel aan klager doen toekomen. Indien de klager zich niet kan vinden in het oordeel van de politiechef, kan klager de klacht voorleggen aan de Nationale Ombudsman.

In 2012 zijn in totaal 18 klachten over het gebruik van geweld ingediend. Hiervan zijn er twee gegrond verklaard. In twee gevallen heeft de klager zich na afhandeling van de reguliere procedure tot de Nationale Ombudsman gewend. In een geval onthield de Ombudsman zich van een oordeel. In het andere geval besloot de Ombudsman om geen nader onderzoek te doen.

Mentale weerbaarheidstraining

Alle agenten binnen de eenheid Den Haag volgen een mentale weerbaarheidtraining. Tijdens deze training worden situaties geoefend waarbij agenten geconfronteerd worden met stressvolle situaties waarbij zij mogelijk met geweld te maken krijgen. Ook leren zij hier omgaan met de gevolgen van geweld.