Regio Den Haag – ‘Je ziet het pas als je het doorhebt’

De bekende uitspraak van Johan Cruijff ‘Je ziet het pas als het doorhebt’ bleek bijzonder goed van toepassing op ondermijnende criminaliteit, het centrale thema van het seminar ‘De achterkant van Nederland’ op donderdag 20 april in het gemeentehuis van Leiderdorp.3 min


Gemeenten, Belastingdienst, politie en Openbaar Ministerie in de regio Den Haag gingen met elkaar in debat over de vraag hoe ze samen een vuist kunnen maken tegen ondermijning. De organisatie van het seminar lag in handen van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC), de Vereniging van Burgemeesters van Gemeenten in Zuid-Holland en het Regionaal Samenwerkingsverband Integrale Veiligheid (RSIV). 

Ontluisterend

Jan Tromp aan het woordBasis voor de bijeenkomst was het onlangs verschenen boek ‘De achterkant van Nederland’ van hoogleraar bestuurskunde Pieter Tops en journalist Jan Tromp. Tops doet aan de Universiteit van Tilburg onderzoek naar ondermijnende criminaliteit. Tromp was adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant en correspondent in Amerika. Samen leggen zij in hun boek bloot hoe ontluisterend ver gevorderd de vermenging van onder- en bovenwereld in Brabant is, met als zichtbaar voorbeeld de aanslag op het gemeentehuis van Waalre. Maar belangrijker is de onzichtbaarheid van deze vermenging, hoe pakken we deze aan?

‘Aan de buitenkant zien we rozen’

In gesprek met de commissaris van de koning in Zuid-Holland Jaap Smit vroeg Jan Tromp hem of deze het ondermijningsbeeld in Zuid-Holland net zo verontrustend als in Brabant vindt. Smit haalde Cruijff aan: ‘Je ziet het pas als je het doorhebt. We hebben grote kassengebieden. Aan de buitenkant zien we rozen, maar aan de binnenkant gebeurt vast van alles. Dat er veel speelt, bewijst bijvoorbeeld de zaak van de omgekochte douaniers in het Rotterdamse havengebied wel. Als commissaris van de koning sta ik misschien niet in de frontlinie zoals burgemeesters, maar als het erop aankomt, kunnen ze op me rekenen. Daarbij moeten we er rekening mee houden dat criminelen zich niet storen aan regels. Wij zijn nette mensen, zij zijn minder net. Waar wij bokshandschoenen dragen, gebruiken zij liever boksbeugels.' 

Moedige burgemeesters

BokshandschoenenTromp haalde diverse praktijkverhalen aan waar hij met Tops de afgelopen vier jaar ingedoken is. Van – heel recent – het gesloten supportersvak bij FC Twente waarvan al een paar jaar bekend was dat dit als drugshol fungeerde tot moedige burgemeesters die drie kwekerijen per week oprollen, corrupte ambtenaren ontslaan én voor de rechter brengen. 'Ondermijning kreeg dertig jaar geleden de kans zich te ontwikkelen door een terugtredende overheid. De burger moest zelfredzaam zijn en volgens toenmalige premier Balkenende een VOC-mentaliteit tonen. Nou, dat is gelukt, alleen staat VOC nu voor verenigde ondermijnende criminaliteit. De criminele ondernemer ziet vaak geen kwaad in de eigen activiteiten en maakt gebruik van onderlinge afspraken in volksbuurten.’ Als voorbeeld gaf Tromp het verhaal van een Brabantse hennepkweker die op zijn zestiende begon met een paar "hokskes". Die hokskes brachten bij elkaar op een gegeven moment 250.000 euro per maand op. Steeds kleinschalig, vaak bij mensen ondergebracht die het geld goed konden gebruiken. De criminele ondernemer zorgt voor de volkswijk, van de overheid verwacht met niets meer.

Aanspreken en teruggeven aan de gemeenschap

Tromp zelf ziet in de aanpak van ondermijning heil in mensen blijven aanspreken. Zoals een burgemeester een bouwmarkt aansprak die koevoeten verkocht aan lui die de inbrekershandschoenen al aanhadden. Of een burgemeester die de mensen in zijn gemeente op hun burgerplicht wijst zaken te melden die duidelijk niet in de haak zijn. ‘Wat ook helpt is om bijvoorbeeld huizen die je onteigent aan de gemeenschap terug te geven. Zo kreeg in de Tilburgse vogeltjesbuurt een onteigend huis de functie van een wijkcentrum. Dat stimuleert de betrokkenheid van de bewoners bij de aanpak van ondermijnende activiteiten in hun wijk.

Foute top tien

Afsluitende paneldiscussieHierna schoven Leidens burgemeester Henri Lenferink, hoofdofficier van justitie Bart Nieuwenhuizen, politiechef van de Eenheid Den Haag Paul van Musscher en plaatsvervangend directeur Belastingdienst Den Haag Eugèn Beekman aan voor een paneldiscussie. Als discussieleider legde Tromp het viertal vaak op humoristische wijze het vuur aan de schenen. Beekman deed een concrete oproep aan alle ketenpartners. ‘Maak een top 10 van personen en bedrijven die niet lijken te deugen, een soort foute top tien. Leggen we onze lijsten bij elkaar, dan kunnen we zien welke personen op meerdere lijsten voorkomen en die als eerste aanpakken.’ Lenferink pleitte ervoor zaken niet tot in alle details voor te bereiden maar om snelle slagen te maken. ‘Dat motiveert. Liever een slag van 75% maken en dan gelijk door naar de volgende zaak, dan wachten tot je iets 100% hebt dichtgetimmerd.’ ‘Op die manier maak je het ondernemersklimaat voor criminelen onaantrekkelijk’, vulde Nieuwenhuizen aan. Voorbeelden dat dit werkt zijn er. Zo haalde Van Musscher de succesvolle strijd aan tegen motorclub Trailer Trash Travellers die in 2013 met een vijandige overname een kleine Leidse motorclub uit zijn thuishonk verjoeg. Hier bundelden de partijen hun krachten waardoor de criminelen uiteindelijk het veld moesten ruimen en celstraffen opgelegd kregen.