Reactie nav uitzending Zembla over PTSS bij nationale politie

2 min


Den Haag – Politiemensen krijgen in het werk vaak te maken met ernstige incidenten. Dat brengt het vak met zich mee. Als hen iets overkomt, staat de nationale politie voor een goede zorg.

Politiemedewerkers die te maken krijgen met incidenten die (post-)traumatische klachten(PTSS) kunnen veroorzaken, moeten zo snel en zo goed mogelijk worden opgevangen en begeleid. Deze aanpak was in het oude bestel onvoldoende en niet eenduidig, waardoor in sommige gevallen langdurig slepende zaken zijn ontstaan. Met de komst van de nationale politie per 1 januari 2013 wordt daar nu met alle betrokken partijen zorgvuldig maar ook voortvarend een eind gemaakt. Er is een meldpunt ingesteld voor politiemensen met PTSS, dat zorg en ondersteuning biedt. Met de vakbonden is een protocol opgesteld voor de ondersteuning en beoordeling van alle verzoeken tot erkenning van PTSS. Op dit moment wordt conform de afgesproken werkwijze gewerkt. Dit betekent dat een speciale commissie aan de slag is om alle dossiers te beoordelen.

Commissie

Onlangs heeft minister Opstelten in de Tweede Kamer aangekondigd de capaciteit van de commissie, inclusief de ondersteuning uit te breiden. Gegeven het aantal verzoeken (ruim 300 oude en lopende gevallen) zorgt dit voor snelheid en zorgvuldigheid. Overigens behoefden niet alle verzoeken naar de commissie. Vorig jaar zijn door de politie reeds 74 aanvragen toegekend, waarbij de beroepsgerelateerdheid van de PTSS al op voorhand kon worden vastgesteld.

Onderzoek

PTSS kan in principe iedereen overkomen. Gelukkig is PTSS goed te genezen: 96 procent geneest. Het is niet bekend hoeveel mensen bij de politie precies te kampen hebben met PTSS, niet iedereen die klachten heeft, meldt zich ook. De commissie PTSS heeft ruim 300 dossiers van mensen met PTSS. Eerder is een onderzoek gedaan naar 967 dossiers van politiemedewerkers die zich tussen 1995 en 2012 hebben gemeld bij de politiepoli met verschijnselen van PTSS. Bij 566 politiemedewerkers is in die periode uiteindelijk de diagnose PTSS gesteld. Het aantal van 4000 politiemensen met PTSS dat Zembla noemt, kan de politie niet plaatsen. Wel is het zo dat PTSS steeds bekender wordt binnen de politie waardoor het aantal meldingen kan gaan stijgen. De politie wil ook graag dat mensen die PTSS-achtige klachten hebben zich melden bij het meldpunt, zodat tijdig en adequaat kan worden ingegrepen. Het aantal meldingen kan naar verwachting oplopen tot 1500-2500 per jaar. Slechts bij een klein deel van hen zal uiteindelijk de diagnose PTSS worden gesteld.

Uit onderzoek blijkt verder dat de psychosociale gezondheid van de politiemedewerker gemiddeld hetzelfde of zelfs beter is dan die van de gemiddelde Nederlander.

Invloed

Een derde van de 967 uit het onderzoek onderzochte medewerkers gebruikte gedragsbeïnvloedende medicijnen. Dit varieert van ontstekingsremmende pijnstillers, medicatie tegen suikerziekte tot antidepressiva. Het gaat dus niet uitsluitend om medicatie die is voorgeschreven in verband met PTSS. Slechts een klein aantal van die medicijnen heeft dusdanige gevolgen dat hierdoor de uitvoering van werkzaamheden negatief zou kunnen worden beïnvloed. In zo’n geval is het de verantwoordelijkheid van de agent in kwestie en zijn/haar leidinggevende om in overleg met de bedrijfsarts te besluiten tot aangepaste werkzaamheden of eventueel ziekteverlof.

De politie investeert veel in weerbaarheid van politiemensen. Alle operationele politiemensen volgen de training mentale kracht, waarin onder andere aandacht is voor het omgaan met stressvolle situaties.