Volgens de Raad van Europa onderkent de politie onvoldoende de machtsongelijkheid tussen mannen en vrouwen. ‘Vrouwen zijn inderdaad meestal het slachtoffer bij dit soort zaken en zijn regelmatig afhankelijk, bijvoorbeeld in financieel opzicht, van een mannelijke dader,’ legt Voerman uit. ‘We hebben wel degelijk oog voor deze ongelijke machtspositie. Wij kijken in Nederland naar de risicofactoren en onderliggende oorzaken en prioriteren op die manier.’
Slachtoffer centraal
In veel landen in Europa ligt bij dit soort zaken de focus in eerste instantie op de vervolging van de dader, zegt Voerman. ‘Maar een veroordeling kan lang op zich laten wachten. In Nederland richten we ons daarom primair op de veiligheid van het slachtoffer. Dat komt naar voren in het aangifteproces. We stellen vragen over de situatie waarin het slachtoffer zit. Is er sprake van bezitterigheid of extreme jaloezie, is het slachtoffer afhankelijk of erg bang van de dader, is er sprake van geweld; dat soort vragen.’
Preventie
Op basis van die antwoorden maakt de politie een inschatting van het gevaar en wordt samen met Veilig Thuis bekeken wat het slachtoffer nodig heeft. ‘Verder zetten we ook in op preventie. Zo kennen we in Nederland bij stalking het “stopgesprek”. Dan heeft een politiemedewerker een gesprek met een ex-partner voordat er aangifte wordt gedaan. In de helft van de gevallen is dat succesvol en stopt de stalking. Ook bij huiselijk geweld doen we aan preventie om escalatie te voorkomen. Dat is allemaal in het voordeel van de veiligheid van het slachtoffer.’