De focus van het onderzoek moet volgens Frank Paauw liggen op een aantal actuele zaken. ‘Zoals de polarisatie in de maatschappij, de georganiseerdheid van gewelddadige demonstranten, de mate van geweld dat wordt gebruikt richting de politie zoals het gooien van extreem zwaar illegaal vuurwerk en de werking van social media. De kernvraag is: zijn de omstandigheden waarin we werken de afgelopen jaren veranderd? En hebben we aanvullende middelen nodig om die omstandigheden veilig het hoofd te bieden?’ Het toevoegen van geweldsmiddelen moet altijd zeer zorgvuldig worden gewogen. Daarom vraag de politie externen dit te onderzoeken.
Maximaal toegerust
Paauw benadrukt dat hij er vaart achter zet: ‘Als leiding van de politie hebben wij de verplichting om te zorgen dat onze mensen maximaal zijn opgeleid en toegerust. Zij moeten in een veranderende maatschappij veilig hun werk kunnen doen.’ Dit was voor de ME niet het geval op 19 november op de Coolsingel. ‘Bij die ongeregeldheden heeft de ME voor het eerst in de geschiedenis schoten moeten lossen, ze konden niet anders. Dat willen we te allen tijde in de toekomst voorkomen.’
Less than lethal wapens
In 2017 heeft de politie ook onderzoek gedaan naar less than lethal (minder dodelijke, red.) wapens. ‘Daar kwamen destijds twee soorten middelen uit die als mogelijke aanvulling werden gezien’, aldus Paauw. ‘Er werd destijds echter besloten dat de ME voldoende mogelijkheden had voor de (gewelds)situaties die zij op dat moment meemaakten. De conclusies uit het vorige onderzoek worden nu opnieuw bekeken.’
Het gaat om middelen waarmee de ME situaties kan beheersen waarbij zij wordt geconfronteerd met extreem geweld. Paauw: ‘De twee opties die de vorige keer naar voren kwamen, zijn bedoeld om mensen op afstand een pijnprikkel toe te kunnen dienen als het echt niet anders kan. Met het ene wapen kunnen mensen door middel van een projectiel ook gemarkeerd worden. Het andere wapen is een soort luchtdrukwapen dat een of meerdere projectielen afschiet.’