Er werden 9 beroepsvaartuigen gecontroleerd. Zij hadden hun zaken goed geregeld. Bij diverse pleziervaartuigen ontdekten opsporingsambtenaren misstanden. Dit varieerde van het niet voor handen hebben van goedgekeurde zwemvesten tot het niet technisch in orde hebben van de Marifonie.
Aan land
Langs het water constateerden betrokken opsporingsambtenaren ook meerdere uiteenlopende overtredingen. Enkele mensen werden bekeurd voor het niet kunnen tonen van een geldige vispas of kregen een proces-verbaal omdat zij een geslotenverklaring hadden genegeerd. Drie personen ontvingen een proces-verbaal, omdat zij te dicht in de buurt van een stuw aan het vissen waren.
Internationale samenwerking
De controles werden uitgevoerd In het grensgebied van Visé in België tot en met Borgharen en Itteren in Maastricht. Naast de Maas werden onder meer ook het Albert-kanaal, het Julianakanaal, diverse grindgaten en lokale visvijvers in de controle meegenomen. Aan deze internationale actie namen onder meer deel de Nederlandse politie (Eenheid Limburg en de Landelijke Eenheid), de politie uit België (Basse Meuse), de Federale Politie Scheepvaartdienst Vottem (BE), de Koninklijke Marechaussee, de provincie Limburg, Rijkswaterstaat, Agentschap Telecom en de Reddingsbrigade Maastricht.