Holland

2 min


Noord-Holland – Politie en Openbaar Ministerie (OM) in Noord-Holland hebben de interne onderzoeken naar de gang van zaken rond verkeerd verwerkte tapgesprekken afgerond. Deze tapgesprekken vormen onderdeel van het dossier tegen een 47-jarige man uit Purmerend die verdacht wordt van drugsdealen. Volgens de rechtbank bevatten zes tapverslagen uit dit dossier onvolkomenheden. De rechtbank vroeg om opheldering over de oorzaak. Deze was ontoereikend waarop de rechtbank het OM op 20 maart 2013 niet-ontvankelijk verklaarde.

Uit intern onderzoek bij de politie is gebleken dat in vijf door de rechtbank uitgeluisterde gesprekken daadwerkelijk fouten zijn gemaakt. Een andere belangrijke conclusie is dat er geen aanleiding is om ervan uit te gaan dat dit moedwillig zou zijn gebeurd.

Tapgesprekken

In totaal zijn gedurende het onderzoek 655 telefoongesprekken getapt en uitgewerkt. Daarvan zijn 23 gesprekken door politie en OM aan het procesdossier toegevoegd. De rechtbank heeft op zitting negen tapgesprekken beluisterd en van vier daarvan geoordeeld dat deze niet in overeenstemming waren met wat er in het proces-verbaal is uitgewerkt. Daarnaast zou een gesprek onverstaanbaar zijn en van een zesde gesprek, dat niet in uitgewerkte vorm in het dossier zit, maar dat alleen was opgenomen in een lijst van getapte gesprekken, oordeelde de rechtbank dat dit onduidelijk geregistreerd was.

Inhoud onderzoek

In overleg met het OM is door de afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten (VIK) van de politie in Noord-Holland onderzoek ingesteld naar de gang van zaken in dit drugsonderzoek. Om precies te kunnen achterhalen wat er feitelijk is gebeurd, zijn alle 655 tapgesprekken in het onderzoek opnieuw beluisterd en uitgewerkt. Dit is gedaan door medewerkers van de politie die niet eerder betrokken waren bij deze zaak. Daarnaast zijn de betrokken medewerkers in het onderzoek uitgebreid gehoord.

Conclusie VIK-onderzoek

Uit het onderzoek blijkt dat er geen aanleiding is om te denken aan opzet bij het verkeerd verwerken van de bewuste zes verslagen.

Actieprogramma

Het strafproces is doorlopend in ontwikkeling en blijft mensenwerk. Politie en OM streven altijd naar kwaliteit en willen daar waar fouten zijn gemaakt herhaling voorkomen. In deze zaak heeft dat geleid tot een gezamenlijk actieprogramma in Noord-Holland, dat onder meer bestaat uit het verhogen van bewustwording, kennis en vaardigheden (onder andere rond het tapproces) en het invoeren van meer sturing. Dit actieprogramma wordt zowel geïmplementeerd bij het OM als bij de politie. Leo Wallage, lid eenheidsleiding Politie Noord-Holland: “Het is in het politiewerk een vereiste om de werkprocessen blijvend onder de loep te nemen en continu scherp te zijn om het hoge niveau van het politiewerk vast te houden. Zorgvuldigheid van onze medewerkers, die vaak onder tijdsdruk werken, is van groot belang.”

Hoger beroep

Het hoger beroep dat het OM Noord-Holland tegen het vonnis heeft ingesteld, wordt om twee redenen doorgezet. Hoofdofficier Bob Steensma: ‘Het OM wil volstrekt open zijn over wat er is gebeurd. Ik hecht er daarom zeer aan dat de kwestie van de tapverslagen en de bevindingen van de onderzoeken die politie en OM daarnaar hebben verricht in het openbaar aan een hogere rechter worden voorgelegd.’
De andere reden is dat het OM de niet-ontvankelijkheid verklaring een te zware sanctie vindt. Naast de verwerkte tapverslagen bevat het dossier volgens het OM meerdere bewijsmiddelen tegen de verdachte die het doorzetten van dit hoger beroep rechtvaardigen.