Oost Brabant – Preventieactiviteiten en -adviezen ten spijt is het in Oost Brabant niet gelukt het aantal woninginbraken in de carnavalsperiode te laten dalen ten opzichte van carnaval 2013. Dit jaar werden in Oost-Brabant in de twee weken rondom carnaval namelijk totaal 369 woninginbraken gepleegd. In 2013 waren dat er in de vergelijkbare periode 354. Een relatief kleine, maar zeer ongewenste stijging. Reden genoeg om onverminderd door te gaan in de strijd tegen inbrekers.
Traditioneel stijgt het aantal woninginbraken in de periode rond de carnaval en de voorjaarsvakantie. Dat bleek ook dit jaar weer het geval. Veel mensen gaan in deze periode op vakantie. Daarom vroeg de politie extra alert te zijn op verdachte situaties in hun woonomgeving en deze ook bij de politie te melden.
Blijf meldingen doorgeven
Ook na de vakantieperiode heeft u als inwoner een belangrijke taak bij het stoppen van inbrekers. Ziet u iets verdachts in uw omgeving? Bel u dan het alarmnummer 112. Denk aan een vreemde auto, vreemde personen of een andere situatie, die u niet vertrouwt? Noteer dan zoveel mogelijk details, zoals kenteken, merk en kleur van de auto, uiterlijke kenmerken en kleding van personen en bel direct de politie. Aan de hand van de melding wordt de inzet bepaald. U begrijpt dat op een melding “Er wordt nù ingebroken” door de politie anders gereageerd wordt dan op “Er is afgelopen nacht ingebroken”. In dat laatste geval kunt u 0900-8844 bellen. Ziet u iets verdachts, dan kunt u dit ook vastleggen met uw mobiele telefoon. Mogelijk kunnen we met behulp van uw beelden, verdachten opsporen.
Neem preventiemaatregelen
Een inbreker kijkt naar de mogelijkheden; waar zijn mensen niet thuis en waar kom ik makkelijk binnen. De gelegenheid maakt de dief. Daarom nog enkele tips waar u mee aan de slag kunt en wat u moet doen of laten om een inbreker zo min mogelijk gelegenheid te geven.
1.
Bent u even afwezig? Vraag dan uw buren, familie of vrienden om een oogje in het zeil te houden en verdachte situaties direct te melden bij de politie.
2.
Zorg dat uw huis er bewoond uitziet, door bijvoorbeeld wat servies of tijdschriften op tafel te leggen of door de buren gebruik van uw oprit te laten maken.
3.
Zorg voor goede verlichting om uw huis. Inbrekers werken graag ongestoord in het donker.
4.
Zorg voor goed hang- en sluitwerk op uw ramen en deuren. Sluit uw ramen en deuren af, ook als u maar even weg bent. Denk hierbij ook aan uw garage, kelder en toiletruimte.
5.
Doe uw voordeur en uw achterdeur altijd op slot. Draai de sleutel minimaal één keer om. Zo kunnen inbrekers uw deur niet met een stukje plastic openmaken (flipperen). Haal de sleutel altijd uit het slot. Hiermee voorkomt u dat de inbreker met een handigheidje de sleutel aan de binnenkant kan bedienen (gaatjes boren en hengelen).
6.
Zorg dat inbrekers zich bij uw huis niet kunnen verstoppen. Snoei struiken of haal ze weg.
7. Laat geen ‘klimvoorwerpen’, zoals ladders, kliko’s en andere grote voorwerpen buiten liggen, waarmee inbrekers gemakkelijker uw woning binnenkomen.
Meer tips vindt u op