Vijf medewerkers van de Landelijke Eenheid zijn sinds kort gecertificeerd vlieger en binnenkort beginnen ook zeven agenten van de Eenheid Oost-Nederland met de opleiding. Vanaf februari 2018 zijn dan in totaal twaalf agenten inzetbaar in het oosten van het land om opnames te maken op een plaats delict of op de plaats van een verkeersongeval.
Reconstructie
“Drones helpen de politie bijvoorbeeld om sneller een reconstructie bij een verkeersongeval te maken, waardoor eerder kan worden opgeruimd en de weg weer kan worden vrijgegeven”, zegt landelijk projectleider Casper Steenstra-Praamsma. De inzet van de drones in Oost-Nederland duurt in eerste instantie één jaar waarna de periode geëvalueerd wordt. Het is de bedoeling dat daarna andere regio’s in Nederland volgen.
Veiligheid
De opleiding tot dronevlieger is zeer intensief en duurt een half jaar. Omdat de politie bedrijfsmatig met drones vliegt en ook nog eens op plekken die normaal gesproken verboden terrein zijn, bijvoorbeeld tussen gebouwen, moet aan strenge eisen worden voldaan. Daarom wordt ook alleen maar boven plaatsen gevlogen die “onder controle” zijn en afgezet kunnen worden. Veiligheid staat voorop.
In zicht
De inzet van drones heeft ook beperkingen. Zo moet de vlieger het toestel altijd in het zicht hebben, mag er alleen gevlogen worden bij daglicht en kan een harde wind een veilig gebruik in de weg staan.