Op zaterdag 23 april 2016 rond de klok van 18.00 uur werden de brandweer en politie gestuurd naar een woningbrand in de Geleenstraat. De felle brand woedde in een gemeenschappelijke keuken op de bovenetage. Door de politie werden omliggende woningen ontruimd. Tijdens de bluswerkzaamheden van de brandweer werd in de woning een gewond slachtoffer aangetroffen. Het bleek de toen 31-jarige bewoonster. Ze werd met spoed naar het ziekenhuis vervoerd. In de dagen daarop onderzochten agenten, forensisch rechercheurs in samenwerking met de brandweer de woning en spraken met omwonenden op zoek naar de mogelijke oorzaak van de brand. Dit onderzoek leverde geen concrete feiten of aanwijzingen op die duidden op het vermoeden van brandstichting.
Recent verkregen informatie vroeg om nader onderzoek
Maanden na de brand ontving de politie een verklaring waarin brandstichting werd gesuggereerd. Hierover zijn begin 2017 de nabestaanden van het slachtoffer op de hoogte gebracht.
Team Grootschalige Opsporing (TGO)
Onder leiding van de officier van justitie werd in februari jl. een TGO ingericht. Twee familierechercheurs onderhielden de contacten met de familie terwijl door de rechercheurs brandweerlieden en deskundigen werden geraadpleegd. Het dossier werd opnieuw minutieus bestudeerd. Nagenoeg alle eerdere maar ook nieuwe getuigen werden in het licht van deze nieuwe informatie opnieuw gehoord. Er werd digitaal onderzoek gedaan naar gebruiksgegevens van telefoons, experts van het NFI geraadpleegd en er werden alibi’s gecheckt.
Afsluiting: Geen sprake van een misdrijf
Het rechercheonderzoek heeft geen onderbouwing voor de suggestie van brandstichting gevonden. De nabestaanden zijn door de officier van justitie en de leider van het TGO van de resultaten op de hoogte gebracht.
2016200589 RV