De eerste ontmoeting was vorig jaar september. Aanleiding was dat politieteamchefs Rob Muller en Mark van Capelle merkten dat de contacten vanuit de politie met een groep voornamelijk allochtone jongeren moeizaam verliepen. Rob: ‘Ingesleten vooroordelen van beide kanten en onbekendheid met elkaars wereld hadden dit in de hand gewerkt.’ De problematiek van de jongeren varieert van lastig een baan, stageplek of opleiding kunnen vinden tot overlast veroorzaken of crimineel gedrag vertonen. Ook voelt een deel van de jongeren zich uitgesloten door de maatschappij.
De moeders van de jongeren
Rob meldde zich bij Aziza Ezzarrai van het programma ‘Kracht van het Verschil’ van de politie-eenheid Den Haag. Zij ging eerst op zoek naar de moeders van de Molenwijk. ‘Via de moeders kom je bij de jongeren, was het idee hierachter’, legt Aziza uit. Ze kreeg hulp van vrouwenstichting El Moustaqbal. ‘De vrouwen van El Moustaqbal brachten me in contact met de minder zichtbare vrouwen in de wijk die niet iedere week bij elkaar aanschuiven om boven een kop thee bij te praten. In het begin moest ik echt alle zeilen bijzetten om hun vertrouwen te verdienen. Kwam ik niet alleen om iets te halen en daarna nooit meer mijn gezicht te laten zien? Probeerde ik niet iets te weten te komen wat de politie tegen hun kinderen kon gebruiken? Ik was tenslotte een politieambtenaar.’
ID-controles en aangifte doen
Uiteindelijk kwamen niet alleen Marokkaanse, maar ook Surinaamse en Antilliaanse moeders bij elkaar om met politiemensen van Team Laak van gedachten te wisselen over uiteenlopende thema’s als ID-controles, aangifte doen en hoe de politie een huis binnengaat als ze daar iemand moeten aanhouden. Aziza: ‘Via de moeders hebben we vervolgens jongeren gevraagd aan dit project deel te nemen. Dat de moeders daarbij aardig wat in de melk te brokkelen hebben, bleek wel uit de reactie van een van de deelnemende jongeren: “Ik zit hier omdat dat moet van mijn moeder.”’
Kracht van Ieder1
Nordin Tahboun van de Haagse Stichting Multicultureel Jongeren Geluid (MJG) maakte in samenspraak met het programma ‘Kracht van het Verschil’ een projectaanpak waarbij de jongeren in verschillende bijeenkomsten het gesprek met politiemensen aangaan. Daarnaast krijgen de jongeren ook hulp bij een studiekeuze of het vinden van een baan of stageplek. ‘Kracht van Ieder1’ heet de projectaanpak die speciaal op zogenoemde krachtwijken is gericht. De bedoeling is dat deze aanpak ook op andere Haagse krachtwijken wordt toegepast. Tot nu toe is deze aanpak in de Schilderswijk en Laak ingezet.
Moeizame start
Elke zogenoemde dialoogbijeenkomst heeft een eigen onderwerp. Zo ging de eerste over ID-controles. Hierbij konden de jongeren uitgebreid vragen stellen zoals wie naar hun identiteitsbewijs mag vragen en in welke gevallen, of ze een agent kunnen vragen zich te legitimeren en wat ze kunnen doen als ze het niet met het optreden van de politie eens zijn. De eerste ontmoetingen verliepen soms moeizaam. Net als bij de moeders was aanvankelijk het wantrouwen groot. ‘Sommige jongeren wilden niet eens naast een agent gaan zitten’, vertelt Aziza. ‘Gaandeweg is hier verbetering in gekomen. Jongeren herkennen op straat agenten van een van de bijeenkomsten. Zo komt de verbinding langzaam maar zeker tot stand. En dat legt de basis voor goede gesprekken.’ Omgekeerd krijgen de agenten van Team Laak ook een andere kijk op de jongeren. Per dialoogbijeenkomst nemen steeds met veel enthousiasme zo’n zes tot zeven agenten deel. Zo leert het merendeel van de Laakse agenten de jongeren in een andere context kennen. Eind mei, na de laatste dialoogbijeenkomst, krijgen de deelnemende jongeren een certificaat.
‘Zijn woorden deden meer pijn’
Deze avond staat het thema opvoeding in de schijnwerpers. Opvoeding in de meest brede zin van het woord, dus niet alleen door ouders maar ook door leraren en politieagenten. Meester Simo, leraar op een VMBO in Rijswijk, is ingehuurd om het onderwerp te introduceren. YouTubefilmpjes van komedianten Najib Amhali en Roué Verveer laten extreme vormen van opvoeding zien waarbij de slipper en de riem niet gespaard blijven. ‘Maar zo hoeft het natuurlijk niet te gaan. Er zijn andere manieren van opvoeden.’ De ruim twintig jongeren en zeven agenten verdelen zich over een aantal gesprekskringen. Ze gaan op zoek naar eigen voorbeelden waarin hun vader of moeder ze heeft gestimuleerd iets goed te doen. De meesten vinden het lastig gelijk iets te noemen. Maar als de agenten voorbeelden uit hun jeugd geven, komen de verhalen los. ‘Ik was aangehouden en moest twee dagen op het bureau blijven. Toen ik weer thuis kwam, vroeg mijn vader waar ik had gezeten. Bij mijn broer, blufte ik. Natuurlijk wist mijn vader al lang dat ik was aangehouden, want dat was de politie thuis komen vertellen. Hij buitte heel slim uit dat ik op een gegeven moment begreep dat hij alles al wist. Liever nog had ik klappen gehad want zijn woorden deden veel meer pijn. Die gaven me echt een rotgevoel. Dat vergeet ik nooit meer.’