Sinds een aantal jaar is de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden van kracht. Op grond van deze wet zijn verdachten die worden veroordeeld voor een misdrijf waarop voorlopige hechtenis is toegestaan, verplicht dna-materiaal af te staan ten behoeve van de DNA-databank.
Veroordeelden krijgen een brief thuis met het verzoek zich te melden, gevolgd door een herinnering wanneer op de eerste brief geen reactie komt. Zo ook de 27-jarige. Toen ook na de herinnering een afspraak voor de afname uitbleef, hebben agenten meerdere keren tevergeefs de woning van de man bezocht.
Woensdagavond werd daarom opnieuw de woning van de man bezocht, in de hoop dat zij ’s avonds wèl aanwezig waren. Op het moment dat de agenten bij de woning van de Hagenaar aanbelden, deed zijn echtgenote open. Zij verklaarde herhaaldelijk dat haar man niet thuis was. Ook toen de agenten het door de vrouw opgegeven nummer van haar man belden, kwam er geen gehoor. Met een machtiging tot binnentreden zijn de agenten vervolgens de woning binnengegaan en troffen de Hagenaar aan in bed, met zijn telefoon naast zich. Hij werd aangehouden en werd in afwachting van de DNA-afname door een forensisch medewerker ingesloten op het politiebureau. Nadat donderdagochtend wangslijm werd afgenomen, kon de man het politiebureau weer verlaten.