Een tevreden mens dus?
“Tot op zekere hoogte, want er zijn ontwikkelingen die me zorgen baren en waar we als politie stevig mee aan de slag moeten”.
Dros wijst op de criminaliteit op het wereldwijde web. “Daar gebeurt heel veel, meer dan me lief is en waarschijnlijk ook meer dan wij weten. Ik ben daar echt nieuwsgierig naar. We zijn een organisatie die in staat is gebleken om de traditionele criminaliteit aan te pakken, maar nu zullen we ons moeten bewijzen op cybergebied. En dat gaan we doen ook. We hebben specialisten in dienst maar ik denk ook dat de kennis en vaardigheden van politiemensen door deze ontwikkeling zal veranderen.”
In het afgelopen jaar is er veel te doen geweest over de vermeende afwezigheid van de politie op het platteland waardoor bijvoorbeeld de productie van drugs en het dumpen van afval fors kon toenemen. Was dat terecht?
Oscar Dros: “Nou, er ontstond zelfs een beeld dat het hier een luilekkerland van criminelen is, en daar ga ik zeker niet in mee. Maar ik vind wel dat we als politie extra gas moeten geven. We zijn dit jaar vooral in het zuidelijke deel van Gelderland geconfronteerd met een toenemend aantal drugsdumpingen. Daar moeten we echt scherp op zijn. Het gaat namelijk niet alleen om vervuiling, maar die vaten zijn visitekaartjes van akelige criminele netwerken.
Vergis je niet: die criminelen maken zich vaak niet alleen schuldig aan de productie van drugs maar ook aan andere delicten, zoals geweld. Elk signaal van hun activiteit moeten we serieus nemen en oppakken omdat het onze samenleving ondermijnt en in gevaar brengt. We hebben het namelijk wel over de productie van harddrugs in ruimtes met groot explosiegevaar. Maar denk ook ons drinkwater dat door nietsontziende criminelen wordt vervuild. Dat maakt hen niets uit, het gaat ze niet om uw gezondheid maar om hun portemonnee”.
In de media lees je vooral dat die drugsdumpingen in het zuiden van Nederland plaatsvinden.
De politiechef: “Dat was ook lange tijd zo, maar we zijn niet naïef. In 2015 waren er nog minder dan twintig illegale lozingen in onze eenheid, het jaar daarop verdrievoudigde dat en ook in 2017 was er weer een stijging. Dat is echt zorgelijk. Ik moet nuchter vaststellen dat het aantal aangetroffen vaten in Gelderland dat van Limburg inmiddels overstijgt. We zitten in de top 3 gekomen en dat is heel snel gegaan”.
Misschien dat dat komt omdat in Zuid-Nederland er meer aandacht voor is?
Oscar Dros: “Dat zou betekenen dat het aantal dumpingen in Zuid-Nederland daalt en dat lijkt niet het geval; er is dan ook sprake van een olievlekwerking. Deze maand presenteren we als Nederlandse politie de exacte cijfers, maar de eerste voorlopige cijfers wijzen op een uitbreiding van het probleem en niet van een verschuiving. Dat maakt het niet minder ernstig; we gaan er volop tegenaan. Niet alleen, maar met andere overheden en de burgers.”
Hoe dan?
Oscar Dros: “In 2018 wordt elk vat dat word aangetroffen, onder zocht. Het doel moet dus niet zijn dat de rommel zo snel mogelijk wordt opgeruimd en vernietigd, maar dat het eerst goed wordt onderzocht. Als het ook maar enigszins er op lijkt dat het vat drugsafval bevat, dan gaan we die plek optuigen als een plaats delict. We gaan het gebied dan nauwgezet uitkammen op sporen en die leggen we goed vast. Niet dat dat altijd leidt tot directe opsporing van verdachten (maar we gaan ze natuurlijk ook niet uit de weg) maar het kan wel leiden tot een goed beeld”.
Gebeurde dat dan nog niet?
Oscar Dros: “Nee. Althans: zeker niet altijd .Ik ben daar heel eerlijk in. Ook de politie moet in dit opzicht met andere ogen leren kijken. Een vat is niet zomaar een metalen voorwerp met gif, maar een visitekaartje van een crimineel netwerk. Wijkagenten, de meldkamer, mensen op de surveillance, de leiding…. We zullen onze bakens echt moeten verzetten en erkennen dat drugsdumpingen de hoogste prioriteit verdient”.
U heeft het over kijken en onderzoeken, maar dat is nog geen bestrijden.
De politiechef Oost-Nederland: “Laat criminelen zich geen illusies maken: wij weten nu al ontzettend veel, ook over criminele netwerken die hierachter zitten. Wij kennen voor een belangrijk de structuur en we weten vrij precies wie de sleutelfiguren zijn. We willen slimme recherche-onderzoeken hebben, die door chirurgische ingrepen kaartenhuizen kunnen laten instorten. We leren veel van onze collega’s in andere eenheden (bijvoorbeeld Zuid-Nederland) en we weten dat deze tactiek echt goed werkt.
Overigens wil ik ook enkele burgers bedanken die met goede informatie ons naar drugslaboratoria leidden en die we vervolgens samen met de Landelijke Eenheid ontmantelden. Noordijk, Lunteren… het zijn maar enkele voorbeelden van hoe we met burgers hebben samengewerkt.
Dat geeft me hoop: in de samenleving is er een grote drive om de politie te helpen, om het onzichtbare zichtbaar te maken. Dat wijst er op dat we echte bondgenoten hebben; een bemoedigende gedachte lijkt me.”
Resultaten van de eenheid Oost-Nederland zien? Klik dan hier.