Op zondagmiddag 19 juni in 2005 treffen twee vissers het hoofd van een menselijk lichaam in het water van de Nieuwe Gouw. In eerste instantie houdt het onderzoeksteam er nog rekening mee dat het hoofd misschien van het lichaam gescheiden is door een scheepsschroef. Maar die theorie houdt maar een paar dagen stand, want dan vinden twee sportende mannen een mensenvoet. De politie zoekt verder en vindt ook op andere plekken in het water lichaamsdelen: twee onderbenen en een onderarm. DNA-onderzoek wijst in 2005 al één ding onomstotelijk uit: alle lichaamsdelen zijn van een en hetzelfde onbekende slachtoffer.
Waterpijp
Uit DNA-onderzoek blijkt het om een man te gaan die tussen de 30 en 40 jaar oud moet zijn geweest toen hij overleed. Iets specifieker: 34 of 35 jaar oud. Ook proberen onderzoekers zijn lengte vast te stellen, maar dat is lastig, omdat er maar een paar lichaamsdelen beschikbaar zijn. De romp is bijvoorbeeld nooit gevonden. Daarom wordt een ruime marge aangehouden: het slachtoffer was tussen de 1.66 en 1.78 meter lang. Het gebit van de man was onverzorgd met veel nicotine aanslag. En opvallend: hij had een dusdanige uitsparing aan zijn tanden, iets wat je vooral ziet bij mensen die pijp of waterpijp roken.
Link naar Midden Oosten
In het onderzoek is niet vast komen te staan waar de lichaamsdelen in het water zijn achtergelaten. In 2006 besluit het onderzoeksteam een gezichtsreconstructie te maken van het gevonden hoofd. In de hoop de identiteit van de man te achterhalen, wordt het publiek in 2007 gevraagd om mee te denken en wordt er in o.a. Opsporing Verzocht aandacht aan geschonken. Maar ondanks verschillende tips blijft het mysterie onopgehelderd. Als het cold case team het onderzoek in 2011 oppakt, wordt besloten nieuwe forensische technieken in te zetten. Uit een DNA test is vast komen te staan dat de man in ieder geval voorouders heeft die uit het Midden-Oosten komen. Die link naar het Midden-Oosten wordt extra interessant, omdat ook al bleek dat de man waarschijnlijk veel waterpijp rookte. En dat gebeurt relatief vaker door mensen uit dat deel van de wereld. De politie weet niet waarom hij in Nederland was en hoe lang hij hier al was toen hij werd vermoord. Door deze zaak actueel te houden, hoopt het onderzoeksteam dat iemand toch wel iets wil vertellen wat die jaren geleden niet kon of durfde. En de rechercheurs hopen nu ook eventuele nabestaanden in het buitenland te kunnen bereiken via het internet.
(Achtergrond)informatie
Het onderzoeksteam roept mensen met informatie over slachtoffer, dader(s) en achtergronden contact op te nemen via de Opsporingstiplijn (0800-6070), Meld Misdaad Anoniem (0800-7000) of met de Criminele Inlichtingen Eenheid via 079-3458999. De uitzending van Opsporing Verzocht begint dinsdagavond 65 maart om 20.30 uur op NPO 1 en wordt woensdag om 12.25 uur herhaald op NPO 2.