Katwijk – Nabestaanden van mensen die op zee vermist geraakt zijn, kunnen aan rechercheurs van het Coldcase Team van de politie-eenheid Den Haag hun DNA afstaan. Het team laat hun DNA-profielen door het Nederlands Forensisch Instituut vergelijken met DNA-profielen van langs de Noordzeekust aangespoelde lichamen.
Tijdens een informatieavond voor nabestaanden in het Katwijks Museum vertellen rechercheurs van het Coldcase Team – voluit de Voorziening Coldcase en Vermiste Personen – over dit project Zeeslachtoffers. Na afloop kunnen nabestaanden direct hun wangslijmvlies af laten nemen zodat hier DNA-profielen uit vervaardigd kunnen worden.
Monumenten
Voor hen die op zee het leven lieten, zijn binnen het werkgebied van de politie-eenheid Den Haag in de vissersplaatsen Scheveningen en Katwijk monumenten opgericht om hen te herdenken. “De zee geeft, de zee neemt”, zo luidt een eeuwenoud gezegde. De zee bracht via de visserij brood op de plank, maar kostte ook vele vissers het leven.
Nomen Nescio
Sinds een wijziging van de Wet op de lijkbezorging in 2010 wordt inmiddels standaard DNA-materiaal afgenomen van aangetroffen stoffelijke overschotten van wie de identiteit onbekend is. Dit zijn de zogenoemde Nomen Nescio’s (naam onbekend). Inmiddels is ook van vrijwel alle sinds 1920 aangespoelde Nomen Nescio’s DNA afgenomen en opgenomen in de DNA-databank voor Vermiste Personen. Voor de afname van het materiaal moesten een aantal ongeïdentificeerde stoffelijk overschotten opgegraven – geëxhumeerd – worden. Binnen de politie-eenheid Den Haag is sinds begin 2013 de Voorziening Coldcase en Vermiste Personen actief. In samenwerking met het Landelijk Bureau Vermiste Personen (LBVP) is het team het project Zeeslachtoffers gestart.
Eerstegraads nabestaanden
In het project Zeeslachtoffers worden nabestaanden van vermiste personen opgeroepen om DNA af te staan om tot een mogelijke identificatie van ooit elders aangespoelde Nomen Nescio’s te komen. Met DNA van eerstegraads familieleden (ouders, broers/zussen of kinderen) is de kans op identificatie het grootst. De profielen van eerstegraadsfamilieleden worden hiervoor vergeleken met de DNA-profielen van de NN’ers. Het is veel moeilijker om verwantschap aan te tonen op basis van DNA-profielen van nabestaanden die verder van de vermiste persoon af staan. Echter, met de moderne technieken van het NFI is het wel nog mogelijk om verwantschap in de mannelijke lijn aan te tonen. Hierdoor kunnen de DNA-profielen van ooms en (achter)neven ook bruikbaar zijn. Garantie tot succes kan het Coldcase Team echter niet geven. Het project richt zich naast op vissers ook op andere slachtoffers die niet van de Noordzee of aangrenzend water teruggekomen zijn.
Kosteloos, eenvoudig en snel
Om DNA af te nemen haalt een medewerker van de politie een paar keer een borsteltje langs de binnenkant van de wangen. Dit doet geen pijn. DNA afstaan is kosteloos, wel is legitimatie verplicht. Het afgenomen DNA-materiaal wordt alleen vergeleken met de DNA-profielen uit de Nederlandse DNA-databank Vermiste Personen, dus niet met profielen uit de DNA-databank van strafzaken.
Resultaat
Het Coldcase Team verwacht de eerste resultaten van het NFI begin 2015. Nabestaanden wier DNA-profiel geen match heeft opgeleverd, krijgen hierover een brief van de politie. Nabestaanden van wie het DNA-profiel wel een match heeft opgeleverd, worden persoonlijk door de politie op de hoogte gesteld.
Informatieavond
Op dinsdag 25 november vindt om 19.00 uur voor nabestaanden een voorlichtingsbijeenkomst plaats in het Katwijks Museum, Voorstraat 46 in Katwijk aan Zee. Het museum is vanaf 18.30 uur open. Direct na de voorlichting kunnen nabestaanden wangslijmvlies af laten nemen. Ze kunnen zich tijdens deze avond ook aanmelden om op een latere datum DNA af te laten nemen. In 2015 zal in Muzee Scheveningen een vergelijkbare bijeenkomst plaatsvinden, bedoeld voor met name Scheveningse nabestaanden.
Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst is ondermeer personeel aanwezig van de Voorziening Coldcase en Vermiste Personen (waaronder forensische experts), het Landelijk Bureau Vermiste Personen, het Nederlands Forensisch Instituut, Slachtofferhulp Nederland, Vereniging Achterblijvers na Vermissing en wijkagenten Ilse van Dun en Gertjan van ’t Voort. Politieteamchef Peter Koot opent de avond.
Meer informatie
Mensen met vragen over dit project kunnen mailen naar coldcase@haaglanden.politie.nl. Mensen die aan het project willen deelnemen maar de avond niet kunnen bijwonen, kunnen zich ook op dit adres aanmelden.
Op zee gebleven: Toon van Welie
Lees hieronder het persoonlijke verhaal van nabestaande Jan van Welie. Op zesjarige leeftijd verloor hij zijn vader, de destijds 28-jarige schipper Toon van Welie.
“Die fatale vrijdag, 20 februari 1970, werd het weer steeds slechter. De vloot was op de terugweg naar de haven in IJmuiden. Voor de kotter van mijn vader, de KW 103, voer mijn opa met de KW 33. Om 19.00 uur spraken ze elkaar nog over de marifoon. Daarna zag opa ineens een enorme golf opdoemen. Hij maakte snelheid en wist zijn schuit heelhuids over de golf te krijgen. De volgende morgen in IJmuiden rende hij naar het havenkantoor. “Is de KW 103 al binnen?” Toen het antwoord nee luidde, sloeg hem de schrik om het hart. Waarschijnlijk is de kotter op de golf achterover geslagen. De vijfkoppige bemanning had geen schijn van kans. Alleen het lichaam van de stuurman is later opgevist door een Volendamse kotter, de rest is nooit teruggevonden.” Schipper Van Welie werd 28 jaar.
Zelf heeft Jan weinig herinneringen aan de dood van zijn vader. “Ik zie in gedachten mijn moeder nog voor het raam zitten, helemaal van streek. En de volle kerk tijdens de herdenkingsdienst, met alle opoes in klederdracht. Pas toen ik met onder andere Wim van der Plas me ging inzetten voor het monument voor de omgekomen zeelieden, hoorde ik hoe de KW 103 was vergaan. Want nog altijd blijft het moeilijk om over op zee geblevenen te praten.
Het monument kwam er in 2005. Van de 273 namen op het monument zijn er ongeveer 180 vermist. Jan: “Natuurlijk geef ik ook mijn DNA voor dit project, ook al reken ik niet op een match. Ik ga ervanuit dat mijn vader in de kotter is achtergebleven. Ik durf ook niet te zeggen hoe ik op een match zou reageren. Zou dat voelen alsof hij thuis komt?”