Haastrecht – Het onderzoek naar de vermissing van Alie Spruit-Roelofsen leverde geen nieuwe relevante informatie op. Hiermee is de zaak voor politie en het Openbaar Ministerie definitief afgesloten.
Een cold case team van politie-eenheid Den Haag zag samen met het Openbaar Ministerie in de vermissingszaak aanknopingspunten om verder te onderzoeken. Op en rond het perceel Provincialeweg Oost 51 in Haastrecht, de woning waar Alie Spruit-Roelofsen in 1988 woonde, voerde het team van de politie op maandag 15 juli en dinsdag 16 juli activiteiten uit.
Ingezette middelen
Onder leiding van een Officier van Justitie werden de boerderij, het erf en de opstallen die er in 1988 al stonden doorzocht. Forensische Opsporing zette een grondradar in om onderzoek te doen in de bodem rond de boerderij en in de opstallen. De grondradar gaf geen aanwijzingen voor afgedekte wateren of gierputten. Lumiscene, een middel waarmee bloed zichtbaar kan worden gemaakt, werd ingezet om eventuele bloedsporen in de woning te ontdekken. De aangetroffen sporen kon het NFI niet herleiden naar een DNA-profiel.
Forensische Opsporing zette ook röntgenapparatuur in, om eventuele verborgen ruimtes binnen de boerderij in beeld te krijgen. Een duikteam van de brandweer onderzocht een waterput en de verschillende gierlopen op het perceel. Ook hier werd niets relevants in relatie tot het onderzoek aangetroffen. Tijdens het onderzoek werden diverse getuigen gehoord om eerdere verklaringen en geruchten te verifiëren. Uit de verhoren kwam eveneens geen nieuwe informatie of aanwijzingen voor het onderzoeksteam.
Tot slot
Het Cold Case team van de politie-eenheid Den Haag en het Openbaar Ministerie hebben met de voor hun beschikbare informatie en middelen alles gedaan om helderheid te krijgen in deze zaak, maar moeten helaas constateren dat dit niet is gelukt.