Aanleiding voor de uitnodiging voor het gesprek en een demonstratie van het stroomstootwapen was de uitzending van Op1 van vrijdag 13 januari. Gerald Roethof en Tweede Kamerlid Sylvana Simons (BIJ1) waren te gast bij de talkshow om te praten over een fatale arrestatie in Amerika, waarbij een stroomstootwapen was gebruikt. De twee waren uiterst kritisch over het gebruik van het wapen, ook door de Nederlandse politie. De veiligheid van het gebruik van het middel werd ter discussie gesteld. Ook werd gewezen op mogelijke gezondheidsrisico’s bij verdachten waarop het stroomstootwapen wordt gebruikt. Het risico op overlijden van verdachten na gebruik van het stroomstootwapen was in Nederland niet uitgesloten, meende de advocaat.
De politie was niet uitgenodigd om bij het actualiteitenprogramma aan te schuiven.
De opmerkingen zorgden voor verontwaardiging bij de politie. ‘Het is belangrijk om context te geven, zodat bij een volgende uitzending de juiste feiten en omstandigheden op tafel komen, mocht weer de keuze worden gemaakt om de politie niet aan de gesprekstafel te vragen’, aldus hoofd Operatien in Amsterdam Janis Tamsma, die donderdag met onder andere portefeuillehouder geweldsmiddelen Frank Paauw het gesprek aanging. Janis Tamsma is binnen de politie verantwoordelijk voor de invoering van het stroomstootwapen onder de 17.000 zogeheten ‘first responders’ in de basisteams.
Raadsman Roethof en Op1-presentatrices Natasja Gibbs en Nadia Moussaid gingen op de uitnodiging in; politica Simons niet.
Overtrokken
‘Praten is de basis van al het goeds. Dus als ik een uitnodiging krijg en daar de nut en noodzaak van inzie, neem ik die aan‘, vertelt Roethof nadat hij een IBT-training over de Taser X2 meemaakte. ‘De reactie van de politie op de tv-uitzending vond ik heel overtrokken. Ik sta nog steeds achter elk woord dat ik heb gezegd. Het is wel fijn om de andere kant van het verhaal te horen; hoe mensen uit het veld het in de praktijk ervaren.’
Roethofs punt blijft dat het stroomstootwapen makkelijk te snel kan worden ingezet. ‘Het wapen kan worden gebruikt op een vluchtende verdachte van een relatief licht vergrijp – uiteraard volgens de ambtsinstructie – maar dat is iets dat niet in de wet thuishoort. Het is goed om hier over te discussiëren, want juist daardoor kun je een fout in de wet herstellen.’
‘Op straat is het anders’
Janis Tamsma deelt de mening dat het uitwisselen van perspectieven goed is. ‘Het is belangrijk dat we de feiten voor het voetlicht konden brengen. Want als je naar de uitzending van Op1 keek, dan vonden wij bepaalde zaken niet correct. We hebben een stuk context kunnen geven. Vertellen en laten zien dat de praktijk weerbarstig en complex is. Door hen mee te laten kijken bij een training, wilden we dat besef meegeven. Laten ervaren hoe snel iemand met een mes op je af kan komen. In theorie denk je dat je alle tijd hebt om een wapen te trekken, maar op straat is het echt heel anders. Door mensen dat te laten ervaren, krijgen ze mogelijk een andere beleving en gaan ze er over nadenken.’
Ze kijkt met een positief gevoel terug op het gesprek. ‘Het kan zo zijn dat je niet op alle punten tot elkaar komt. Agree to disagree, zal ik maar zeggen. Dat is geen probleem. Het is belangrijk dat we feitelijkheden voor het voetlicht konden brengen.’