Opdracht
Korpschef Henk van Essen had de externe commissie verzocht om te onderzoeken hoe in de politieorganisatie om is gegaan met informatie en signalen uit de jaren voorafgaand aan de aanrijding van Arno de Korte. Dit staat los van het strafrechtelijke onderzoek en de eerder uitgevoerde strafrechtelijke onderzoeken en/of rechterlijke uitspraken. Op 4 maart overhandigde commissie Spee de resultaten van hun evaluatie, die afsluit met een aantal aanbevelingen over hoe de werkwijze van de politie, ook in samenwerking met een aantal ketenpartners, verbeterd kan worden.
Henk van Essen: ‘Het overlijden van Arno heeft diepe sporen achtergelaten. Daarbij kwamen ook de herinneringen boven aan een aanrijding uit 2015, waarbij dezelfde vrachtwagenchauffeur betrokken was en een andere collega van het Team Verkeer blijvend ernstig lichamelijk letsel heeft opgelopen. Naast deze twee aanrijdingen was de vrachtwagenchauffeur in 2020 betrokken bij een ongeval waarbij een fietsster om het leven kwam. Ook waren er signalen dat hij vaker gevaarlijk rijgedrag had laten zien met een vrachtwagen die bij controles te zwaar beladen bleek. Dit leidde begrijpelijkerwijs tot vragen bij veel collega’s. Daarom heb ik een externe, onafhankelijke commissie gevraagd de gang van zaken te onderzoeken voorafgaand aan de aanrijding van Arno.’
Politiechef Eenheid Rotterdam Fred Westerbeke: ‘Ik heb veel waardering voor het feit dat de commissie Spee dit onderzoek nu al kan opleveren. Dit is belangrijk voor de familie, vrienden en collega’s van Team Verkeer zodat de vragen die zij hadden, beantwoord worden. Dit geeft hopelijk rust en kan helpen bij de verdere verwerking van deze vreselijke gebeurtenis.’
Analyse
De commissie Spee bestaat uit voormalig landelijk verkeersofficier Koos Spee, voormalig rechter en plaatsvervangend nationaal ombudsman Frank van Dooren en voormalig plaatsvervangend politiechef Oost-Brabant Ad Heil. Op 26 oktober 2021 gingen zij van start. In de afgelopen vier maanden maakte de commissie een analyse van de relevante voorvallen en incidenten met betrekking tot de vrachtwagenchauffeur in de periode van 1 oktober 2015 – toen de eerste aanrijding plaatsvond – tot de dodelijke aanrijding van Arno de Korte op 7 juli 2021. Ook spraken zij met 15 politiemedewerkers. Daaruit bleek dat er in die periode door medewerkers van de Landelijke Eenheid en de Eenheid Rotterdam diverse keren proces-verbaal tegen de chauffeur is opgemaakt voor het rijden met een overbeladen vrachtwagen. Door de rechter werden hem hiervoor forse geldboetes opgelegd.
In de door de commissie onderzochte periode waren er daarnaast drie incidenten waarbij de vrachtwagenchauffeur zich erg intimiderend gedroeg in de richting van politiemedewerkers. In twee gevallen werd hiervan (afzonderlijk van elkaar) een mededeling (conform artikel 130 Wegenverkeerswet) gedaan naar het CBR, vanwege het vermoeden dat de vrachtwagenchauffeur niet over de vereiste rijvaardigheid of rijgeschiktheid beschikte. In het derde geval is een proces-verbaal opgemaakt voor belediging en werd er een boete opgelegd.
Geen gecoördineerde aanpak
De commissie concludeert dat de verschillende incidenten en voorvallen afzonderlijk werden afgehandeld. Dit leidde er meermaals toe dat de vrachtwagenchauffeur voor de rechter moest komen. Er was binnen de politie geen totaaloverzicht van de verschillende gebeurtenissen waar de chauffeur bij betrokken was. Daardoor heeft het volgens de commissie aan een gecoördineerde, integrale aanpak ontbroken. Zo had er meer afstemming kunnen zijn met andere betrokken partijen, zoals het OM en de Inspectie Leefomgeving en Transport. Bijvoorbeeld vanwege het herhaaldelijk constateren van overbelading, in combinatie met het onberekenbare en verbaal agressieve gedrag van de vrachtwagenchauffeur.
Terughoudendheid
Na de aanrijding van de politieagent in 2015, en een deel van de andere incidenten met de vrachtwagenchauffeur, heeft de leiding van het Team Verkeer medewerkers gevraagd om – in het belang van hun eigen veiligheid – terughoudend te zijn met het controleren en verbaliseren van de vrachtwagenchauffeur, en daar zo nodig assistentie bij in te roepen. Ook wilde de teamleiding uit zorgvuldigheid voorkomen dat de lopende strafrechtzaak op enigerlei wijze zou worden beïnvloed. De commissie heeft begrip voor de zorgen en afweging van de teamleiding in die periode. Het heeft er volgens de commissie wel toe geleid dat de meeste medewerkers van het Team Verkeer er helemaal vanaf hebben gezien om de chauffeur te controleren. De korpschef deelt de mening van de commissie. Henk van Essen: ‘Aan de oproep om terughoudendheid te betrachten bij het controleren en aanspreken van de vrachtwagenchauffeur, lagen integere motieven ten grondslag. Deze hielden verband met de veiligheid van de medewerkers vanuit goed werkgeverschap en het als politie betrachten van objectiviteit.’
Aanbevelingen
De politie neemt alle aanbevelingen die de commissie op basis van hun analyse doet, onverkort over. De aanbevelingen gaan onder meer over het uitwisselen van relevante briefingsinformatie met andere afdelingen binnen de politie en over een structurelere aanpak van te zwaar beladen vrachtverkeer. Ook dient er volgens de commissie meer aandacht zijn voor de geestelijke toestand van met name bestuurders van zware vrachtwagens; in het geval van een melding bij het CBR, kan dit leiden tot een breder gedocumenteerd en daardoor vollediger beeld.
Henk van Essen: “Ik heb de landelijk portefeuillehouder Verkeer en de politiechef van de Eenheid Rotterdam gevraagd om met de aanbevelingen aan de slag te gaan. Ik heb hen ook gevraagd daarbij ook onze partners, zoals het OM, ILT en CBR, bij te betrekken, om te komen tot een minder incidentele en meer gestructureerde aanpak.
Blijven reflecteren
Volgens de korpschef is het heel belangrijk dat dit onderzoek is gedaan. Voor de veiligheid van het belangrijke werk van de medewerkers van het Team Verkeer en vergroting van de verkeersveiligheid in het algemeen. Van Essen: ‘Het doel was te bezien of er lessen kunnen worden getrokken uit het proces dat aan de aanrijding van Arno vooraf is gegaan. Zijn familie, de collega’s van verkeer en uiteindelijk wij allemaal hebben er recht op om te weten wat er in de toekomst anders of beter moet. We moeten altijd blijven reflecteren op onze werkprocessen en ons handelen, om zo – daar waar we kunnen – te voorkomen dat zoiets verschrikkelijks nog eens gebeurt.’
Fred Westerbeke sluit zich daarbij aan: ‘7 juli 2021 staat voor altijd in ons geheugen gegrift. Ik ben trots op de collega’s van het Team Verkeer die met ups en downs, maar met veel veerkracht, tot dusver door deze moeilijke periode zijn gekomen. Met de uitkomsten van dit rapport kunnen we de tijd uiteraard niet terugdraaien. Wel is het belangrijk om hier voor de toekomst lessen uit te trekken.’