In de reacties op Dumpert.nl kwamen veel verontwaardigde reacties over het rijgedrag van de bestuurder. In overleg met de officier van justitie is door politiemensen van de Dienst Infrastructuur van de Landelijke Eenheid op basis van de beelden een onderzoek gestart. De Forensische Opsporing van de eenheid Zeeland-West-Brabant heeft daarbij de snelheidsberekening uitgevoerd op basis van de videobeelden. Zij kwamen uit op een vermoedelijke snelheid van 164 km/u, waar 100 km/u de toegestane maximale snelheid is.
Verkeersmisdrijf
Sinds 1 januari van dit jaar is artikel 5a van de Wegenverkeerswet van kracht. Dit artikel is een verkeersmisdrijf: ‘het opzettelijk roekeloos rijden waarbij anderen risico lopen op zwaar lichamelijk letsel of de dood is hierin strafbaar gesteld’. De officier van justitie heeft bepaald dat de video en de verklaring van de bestuurder van de auto met de dashcam genoeg aanleiding gaven, om onderzoek te doen naar dit misdrijf. Uit het onderzoek is de naam van de vermoedelijke bestuurder opgedoken. De 29-jarige man uit Eindhoven is op 27 mei verhoord en zijn rijbewijs is ingevorderd, waarna hij deze op 5 juni op het bureau kwam inleveren.
Hardleers
Niet lang na het verlaten van het bureau zagen agenten in Eindhoven een bromfiets rijden. De bestuurder had een lachgasballon vast. Bij controle bleek het om dezelfde 29-jarige man te gaan, die een voertuig bestuurde, terwijl zijn rijbewijs is ingevorderd. Voor het rijden met een ingevorderd rijbewijs is proces verbaal opgemaakt.
Beide zaken zijn ingestuurd naar het Openbaar Ministerie. De officier van justitie zal een besluit nemen over de afhandeling van deze zaken. Daarnaast is melding bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) aangemeld om te bepalen of deze man nog geschikt is een voertuig te besturen.
Beelden
Op basis van beelden alleen kan een bestuurder niet worden vervolgd. Naast de beelden is nog een bewijsmiddel nodig, want één bewijsmiddel is meestal niet genoeg. De verklaring van de filmer of andere weggebruikers kunnen als bewijsmiddel dienen. Daarnaast moet de authenticiteit van de beelden worden vastgesteld. Dat kan door een verklaring van de maker van de beelden over bijvoorbeeld datum en tijdstip van de opnames, en dat de beelden onbewerkt zijn.