Naast 700 belangstellenden – uit Rijswijk en andere plaatsen binnen de politie-eenheid Den Haag – was ook de familie van Anneke van der Stap onder wie haar vader aanwezig in de schouwburg. Burgemeester Michel Bezuijen van Rijswijk opende de avond. Onderzoeksleider Ronald van der Sman en officier van justitie Tineke Kamps namen het publiek mee in het onderzoek dat zich over ruim zeven jaar uitstrekte. De 22-jarige Anneke van der Stap reisde op 11 juli 2005 van Enschede naar haar ouderlijk huis in Rijswijk. Daar kwam ze echter nooit aan. Elf dagen na haar verdwijning werd haar lichaam op nog geen kilometer van haar woning gevonden.
Het publiek werd vanaf het moment van Annekes verdwijning meegenomen in de zaak. Zo gaf specialist vermiste personen Judith Loewenthal tekst en uitleg over de aanpak bij vermissingen, toen en nu. Onderzoeksleider Van der Sman en officier van justitie Kamps vertelden hoe alle inspanningen geen zicht op een dader leken te brengen, tot er in 2008 een doorbaak in het onderzoek kwam.
Officier van justitie Tineke Kamps en onderzoeksleider Ronald van der Sman
Vreemde ontmoeting
Toen Ronald P. in 2008 voor de Puttense moordzaak, de moord op Christel Ambrosius, werd aangehouden, kreeg politieman Chris een foto van de verdachte onder ogen. Tot zijn grote verrassing zag hij dat dit dezelfde man was als hij in oktober 2005 had ontmoet. Op de bühne in de schouwburg werd de ontmoeting nagespeeld. Chris’ vriendin belde hem destijds op zijn werk op. Ze vertelde dat een ex-collega van haar moeder bij haar en haar moeder op bezoek kwam. Deze had haar vriend bij zich die zich Rob noemde. Chris’ vriendin vond hem zo eng dat ze Chris vroeg naar haar toe te komen. “Ik heb gezegd dat je bij de politie werkt. Kom maar hierheen, ik ben echt bang.“ Chris ging spoorslags naar zijn vriendin waar deze ‘Rob’ hem quasi nonchalant vroeg of hij iets van de zaak Van der Stap wist. “Ik werk bij de recherche aan De Heemstraat, niet in Rijswijk” antwoordde Chris wiens haren door deze ‘Rob’ rechtovereind stonden. Hij liet de vreemde ontmoeting vastleggen in het politiesysteem.
Alles uit de kast
Behalve de bizarre ontmoeting zag het rechercheteam dat met de zaak Van der Stap bezig was, meer overeenkomsten tussen de Puttense moordzaak en hun zaak. Het onderzoek richtte zich nu ook op Ronald P. De collega’s haalden alles uit de kast. Zo werd het lichaam van Anneke opgegraven om alsnog te proberen een doodsoorzaak vast te stellen. Zonder resultaat helaas. Ook achterhaalden het onderzoeksteam P.’s bestelbusje in Nigeria en werd de tuin van zijn voormalige huis in Scheveningen afgegraven, beide eveneens zonder resultaat.
Chippen
Maar het beste bewijs kwam voort uit camerabeelden van een BP-station in Scheveningen die de recherche van Rijswijk destijds in juli 2005 al had veiliggesteld. Daar vlakbij stond een zendmast die Annekes mobiel als laatste had aangestraald. De beelden lieten zien hoe P. chipt met het bankpasje van Van der Stap, een paar uur nadat hij haar heeft omgebracht. De verhoorbeelden van het moment waarop ze P. hiermee confronteren, waren indrukwekkend.
Andere scenario’s
Tegelijkertijd liep het team alle andere onderzoeksrichtingen uit, zoals tbs’ers die rond Annekes dood met verlof waren. Door andere verdachten uit te sluiten, sloot het team het net verder rond Ronald P. Dit leidde uiteindelijk tot zijn aanhouding in 2010.
Worsteling
Tineke Kamps was als officier van justitie vanaf het begin bij de zaak betrokken. Het requisitoir was een worsteling, vertrouwde ze het publiek toe, omdat de doodsoorzaak niet gevonden was. Ze gebruikte de jurisprudentie van moord-zonder-lijkzaken voor haar motivering. Levenslang, luidde de eis van het Openbaar Ministerie in 2012. ‘Anneke was duidelijk de prooi van Ronald P., dus was het wat mij betreft voorbedachte raad.’
Hoger beroep
De rechtbank sprak Ronald P. echter vrij. De rechter vond Ronald P. weliswaar volstrekt ongeloofwaardig, maar achtte het bewijs toch onvoldoende wettig. In hoger beroep hanteerde het OM dezelfde aanpak. Het hof achtte doodslag bewezen, maar moord niet. P.’s veroordeling in de Puttense moordzaak werd meegewogen; voor de moord op Ambrosius kreeg hij 15 jaar en 6 maanden. De maximale gevangenisstraf voor de feiten waarvoor P. was veroordeeld, was 20 jaar. Wettelijk moest het hof rekening houden met de straf die P. voor de moord op Ambrosius uitzat. Daardoor was een hogere straf dan 4 jaar en 6 maanden niet mogelijk.
Blijf aan de boom schudden
Ook misdaadverslaggever Peter R. de Vries hield zich met de zaak bezig. Eind 2007 wijdde hij een tv-uitzending aan de zaak wat vijftig tips opleverde. De Vries gaf de tips aan het rechercheteam mee. Terugkijkend op de samenwerking vertelde De Vries hoe hij geen ‘open eindjes’ in het onderzoek heeft kunnen ontdekken. “Het is een schoolvoorbeeld voor andere onderzoeken. De volharding van de collega’s heeft tot de oplossing van deze zaak geleid. Als je aan de boom blijft schudden, valt de dader er vanzelf uit.”